ThatQuiz Test Library Take this test now
5havo Hoofdstuk 10
Contributed by: Van Rest
  • 1. Een groei van 25% per week, is gelijk aan een ..... groeifactor per dag
A) 1,251:7
B) 1251/7
C) 25:7
D) 1,25:7-1
  • 2. Een groeifactor van 0,92 is gelijk aan
A) een afname van 8%
B) een toename van 92%
C) een toename van 8%
D) een afname van 92
  • 3. Een toename van 4,1% is gelijk aan een groeifactor van
A) 0,959
B) 141
C) 1,041
D) 1,41
  • 4. Een exponentiele toename van 200 naar 250 in vijf dagen is gelijk aan een groeifactor van .... per dag.
A) (250:200)1:5
B) (250-200):5
C) (250:200):5
D) (250-200)1:5
  • 5. Een lineaire toename van 200 naar 250 in vijf dagen is gelijk aan een groei van .... per dag.
A) (2-2,5):5
B) (250:200)1:5
C) (250-200)1:5
D) (250-200):5
  • 6. Een exponentiële formule is
A) N=b+gxt
B) N=bxgt
C) N=b+gt
D) N=gt+b
  • 7. Een lineaire formule is
A) N=b+at
B) N=bxa:t
C) N=bxat
D) N=b+at
  • 8. Het startgetal van een lineaire formule geeft aan:
A) Waar de grafiek de horizontale as snijdt.
B) de stapgrootte van de grafiek
C) Waar de grafiek de verticale as snijdt.
D) Waar de grafiek de horizontale en de verticale as snijdt.
  • 9. Een logaritmische schaalverdeling is hoe verdeeld?
A) 10, 20, 30, 40, 50, 100, 110, 120, 130, 140, 150, 200, enz.
B) 1, 11, 111, 1.111, 11.111, 111.111, enz.
C) 1, 10, 100, 1.000, 10.000, 100.000, enz.
D) 0, 10, 20, 30, 40, 50, 60, enz.
  • 10. Een toename van 4% per week is gelijk aan een toename van ... per jaar
A) 452
B) (1,0452-1)×100%
C) 4×52
D) 1,0452
  • 11. Geef de formule van de grafiek
A) y=3×2+x
B) y=3+2x
C) y=3×2x
D) y=2x+3
  • 12. Geef de formule van de grafiek
A) y=8+0,25x
B) y=0,25x+8
C) y=8x+0,25
D) y=8×0,25x
  • 13. Geef de formule van de grafiek
A) y=10-2x
B) y=10-4x
C) y=10x-5
D) y=4-2x
  • 14. Een lineaire grafiek gaat door de punten ( 5, 9 ) en (11, 18).
    Wat is de bijbehorende richtingscoëfficiënt?
A) 1,5
B) 2:3
C) 6
D) 9
  • 15. De lijn y=3x+b gaat door het punt (10,12).
    Bereken b.
A) 18
B) -42
C) -18
D) 42
  • 16. De lijn y=b×4t gaat door het punt (2, 320).
    Bereken b.
A) -40
B) 20
C) 40
D) 160
  • 17. Wat is de y-waarde van het getekende punt?
A) 70
B) 75
C) 50
D) 66,67
Students who took this test also took :

Created with That Quiz — where a math practice test is always one click away.